Hosting is:

  1. een plek voor je website (op een server) en
  2. de software om dit te regelen.

Een server is simpelweg een grote computer in een datacentrum. Een datacentrum is een speciaal ingerichte ruimte waar kasten vol computers staan, en die kasten staan in lange rijen, vele rijen naast elkaar. De ruimte wordt continu gekoeld.

Servers zijn over het algemeen betrouwbare computers die zo zijn gemaakt dat ze nooit uitvallen en dat ze snel kunnen lezen en schrijven naar de harde schijf. Een gewone thuiscomputer zou het veel sneller begeven. Vaak zitten er ook extra harde schijven in, zodat de data altijd veilig is.

In een goed datacentrum krijgen de servers vanuit twee leidingen stroom. Mocht er één aanvoer onderbroken worden, dan nog kan de server blijven draaien. En als er een algemene stroomstoring is in het elektriciteitsnet, staan er dieselgeneratoren klaar om het over te nemen.

Gelukkig hoef je zelf geen servers te beheren om je website op te zetten. Het kan wel, maar is zo onbetrouwbaar dat het veel slimmer is om je hosting op een andere manier te regelen, namelijk via een hostingprovider. Zij hebben eigen servers waarop je een stukje ruimte kunt huren via een hostingcontract.

De hostingprovider waar wij graag mee werken is TransIP, maar er zijn nog veel meer betrouwbare.

Voor E 5,99 per maand kun je bij hen een pakket groot genoeg om een WordPress website te hosten. Hostingproviders bieden allerlei pakketten aan. Over het algemeen heb je aan een eenvoudige al genoeg. Bij twijfel, informeer bij hen even welke voor jou geschikt is.

Wat betekenen de getallen bij zo’n pakket?

Webruimte: 1000 MB. Dit gaat om de grootte van de harde schijf op de server die voor je ter beschikking staat. 1000 MB betekent dat je er ongeveer 1000 foto’s op kwijt kunt, of 1 film, of 100.000 tekstbestanden.

Databases: 1. Op de site van TransIP staat aangegeven dat zij database 1 aanbieden. Voor WordPress heb je een MySQL database nodig, dat valt onder database 1.

Dataverkeer: 5120 MB. Dit is de hoeveelheid data die er per maand heen- en weer mag naar je website op de server. Ga je hier overheen, dan moet je bijbetalen. Als je een pagina hebt met een foto van 1 MB kan deze dus 5000 keer bekeken worden in een maand.

Als iemand een webpagina opvraagt, stuurt hij een kort tekstbestandje naar je op waarin staat welke pagina hij precies wil zien. Je server stuurt die pagina dan terug. De software die dit doet is bijna altijd Apache. Apache is een programma dat webpagina’s serveert, zoals dat zo mooi heet. Als je een hostingpakket aanvraagt, zorgt je hostingprovider ervoor dat dit goed gaat.

En hoe ziet een webpagina er dan precies uit?

Nu, dat is simpel. Een webpagina is een tekstbestand, geschreven in html. Html betekent hypertext markup language. Hypertext is tekst met hyperlinks, en markup betekent opmaak: codes in het bestand geven aan of de tekst bijv. een paragraaf is, een tabel of een koptekst. Vaak zit er bij de html nog een tweede tekstbestand, de css oftewel cascading style sheet. De stylesheet beschrijft hoe de kopjes en paragraafteksten er uit zien. En ook wat de achtergrondkleur is en waar verschillende tekstblokjes op de pagina staan etcetera, kortom alles wat met het daadwerkelijke design van de pagina te doen heeft.

Als je de codes van een pagina wilt zien, kan dat in je browser (is dit Chrome?) door met de rechtermuis te klikken, en “Bekijk broncode” of “View source code” te kiezen.

Zijn er nog vragen?

EDIT: Een tweede hostingpartij met wie we al jaren zaken doen en die niet onvernoemd mag blijven, is XLS Hosting. Bij hen hosten we al jaren onze grote en minder grote maatwerkwebsites en dat bevalt ons prima. Dus we gebruiken TransIP voor WordPress-sites, en XLS Hosting voor eigen geprogrammeerde sites, omdat we daar kunnen installeren wat we willen.

Geen reacties

Laat een reactie achter